De balans

Toelichting op de balans

Vlottende activa

Onder de vlottende activa worden afzonderlijk opgenomen: de voorraden, de uitzettingen met een rentetypische looptijd korter dan één jaar, de liquide middelen en de overlopende activa.

Voorraden

De Voorraden betreft hier de Bouwgronden in exploitatie.

De exploitatie van gronden is een meerjarig productieproces. Daarbij zijn de (definitieve) resultaten pas bij afronding van het complex zichtbaar. Voor het totaal van de in exploitatie zijnde complexen, kan van het verloop in 2023 het volgende overzicht worden weergegeven:

Onderhanden werk waaronder bouwgronden in exploitatie

Boek-waarde
1 jan 2023

Balans-waarde
1 jan 2023

Vermeer-deringen

Vermin-deringen

Saldo boek-waarde

Winst-uitname

Boekwaarde
31 dec 2023

Voorz.
verlies-
latend complex

Balans-waarde
31 dec 2023

Grondexploitatie

Herenland Opheusden

1.269

775

30

0

1.299

0

1.299

491

808

ABC terrein

-195

-195

16

0

-179

-32

-211

0

-211

Herenland West

1.091

1.091

156

0

1.247

4

1.251

0

1.251

Bonegraaf Oost

85

85

35

0

120

120

0

120

Poort van Ochten

115

115

28

0

143

0

143

0

143

Totaal bouwgronden in exploitatie

2.365

1.871

265

0

2.630

-28

2.602

491

2.111

Balans-waarde
31 dec 2023

geraamde nog te maken kosten

geraamde nog te rea-liseren opbreng-sten

Geraamd eind-resultaat (nominale waarde)

Geraamd eind-resultaat (contante waarde)

Grondexploitatie

Herenland Opheusden

808

443

1.222

29

0

ABC terrein

-211

176

2

-37

-36

Herenland West

1.251

3.509

5.242

-482

-428

Bonegraaf Oost

120

84

1.534

-1.330

-1.278

Poort van Ochten

143

1.030

1.857

-684

-631

Totaal bouwgronden in exploitatie

2.111

5.242

9.857

-2.504

-2.373

Voor projecten die naar verwachting worden afgesloten met een verlies is een "voorziening verliezen grondexploitaties” gevormd. De boekwaarde per 31-12-2023 bedraagt € 2.602.000 (per 31-12-2022 € 2.365.000). De balanswaarde (= boekwaarde verminderd met voorziening verliezen grondexploitatie) is per 31-12-2023 ad € 2.111.000 (per 31-12-2022 € 1.871.000).

De waardering van de in exploitatie genomen gronden is gebaseerd op de inzichten per 1 januari 2024 en de daarbij behorende inschatting van uitgangspunten, parameters en risico’s. Dit is een inschatting die omgeven is door onzekerheden. De inschatting wordt periodiek, maar minimaal jaarlijks, herzien. De waardering kan het komende jaar zowel positief als negatief uitvallen. Het college is van mening dat op basis van de huidige informatie en inzichten de beste schatting is gemaakt voor de waardering van de in exploitatie genomen gronden.

Parameters
De volgende parameters zijn gebruikt bij de actualisatie van de grondexploitaties:   

-   Rente (BIE Grexen)

1,0 % (was 1,0 %)

-   Rente (BIE Initiatieven)

1,0 % (was 1,0 %)

-   Kostenstijging

3,0 % (was 4,0 %)

-   Opbrengststijging wonen

1,0 % (was 0,0 %)

-   Opbrengststijging bedrijven

0,5 % (was 0,0 %)

-   Disconteringsvoet

2,0 % (was 2,0 %)

-    Intern uurtarief bedrijven (3.2)

€ 130 (was € 132)

-   Intern uurtarief wonen (8.2)

€ 136 (was € 135)

Voor een nadere toelichting op de grondexploitatie over 2023 verwijzen wij naar de toelichting op programma 3 Fysieke Omgeving en paragraaf 6 Grondbeleid in het jaarverslag. Daar is een verdere cijfermatige toelichting van de toekomstige baten en lasten en resultaat weergegeven.

Uitzettingen korter dan één jaar

Onder uitzettingen met een rentetypische looptijd korter dan één jaar worden afzonderlijk opgenomen de vorderingen op openbare lichamen, verstrekte kasgeldleningen aan openbare lichamen (als bedoeld in de wet financiering decentrale overheden), overige verstrekte kasgeldleningen, uitzettingen in ’s-Rijks schatkist met een rentetypische looptijd korter dan één jaar (schatkistbankieren), rekening-courantverhouding met het Rijk, exploitatie-overeenkomsten en overige vorderingen.

Uitzettingen korter dan één jaar

Boekwaarde
31-12-2023

Voorziening oninbaar

Balanswaarde 31-12-2023

Balanswaarde 31-12-2022

Vorderingen op openbare lichamen

6.191

0

6.191

5.908

Verstrekte kasgeldleningen aan openbare lichamen

4.000

0

4.000

0

Schatkistbankieren bij het Rijk

1.238

0

1.238

0

Exploitatie-overeenkomsten

847

0

847

970

Overige vorderingen

2.198

556

1.642

1.438

Totaal

14.474

556

13.918

8.316

De vorderingen op openbare lichamen betreffen voornamelijk de teruggave betaalde BTW 2023 vanuit het BTW Compensatiefonds. De afwikkeling met de Belastingdienst van € 5,6 miljoen vanuit het BTW Compensatiefonds vindt plaats medio 2024. Vanuit suppletie-aangiften BTW oude jaren is er nog een vordering van € 162.000.

Per balansdatum zijn er een tweetal kortlopende kasgeldleningen verstrekt voor een bedrag van € 4 miljoen.

De regeling schatkistbankieren decentrale overheden verplicht gemeenten eventuele overschotten in de liquide middelen te storten op een speciale bankrekening die de gemeente aanhoudt bij het Ministerie van Financiën. Het afstorten gebeurt dagelijks via het afromen van  het saldo van de BNG-betaalrekening.

Het drempelbedrag voor jaar 2023 is € 1.435.980. Het drempelbedrag is bedoeld om het dagelijkse kasbeheer te vereenvoudigen. Dit betekent dat niet elke laatste euro in schatkist hoeft. In principe hoeven dus alleen de liquide middelen die boven het drempelbedrag uitgaan in de schatkist te worden aangehouden.

In 2023 vonden geen overschrijdingen van het drempelbedrag plaats. In onderstaande tabel is te zien wat de benutting van het drempelbedrag schatkistbankieren gedurende de vier kwartalen 2023 is geweest:

Per balansdatum 31 december 2023 was het saldo op de schatkistrekening € 1.238.270.

Berekening benutting drempelbedrag schatkistbankieren (bedragen x € 1000)

Verslagjaar 2023

(1)

Drempelbedrag

1435,98

Kwartaal 1

Kwartaal 2

Kwartaal 3

Kwartaal 4

(2)

Kwartaalcijfer op dagbasis buiten 's Rijks schatkist aangehouden middelen

312

417

463

359

(3a) = (1) > (2)

Ruimte onder het drempelbedrag

1.124

1.019

973

1.077

(3b) = (2) > (1)

Overschrijding van het drempelbedrag

-

-

-

-

(1) Berekening drempelbedrag

Verslagjaar

(4a)

Begrotingstotaal verslagjaar

71.799

(4b)

Het deel van het begrotingstotaal dat kleiner of gelijk is aan € 500 miljoen

71.799

(4c)

Het deel van het begrotingstotaal dat de € 500 miljoen te boven gaat

(1) = (4b)*0,02 + (4c)*0,002 met een minimum van €1.000.000 als het begrotingstotaal kleiner of gelijk is aan 500 mln. En als begrotingstotaal groter dan € 500 miljoen is is het drempelbedrag gelijk aan € 10 miljoen, vermeerderd met 0,2% van het deel van het begrotingstotaal dat de € 500 miljoen te boven gaat.

Drempelbedrag

1435,98

(2) Berekening kwartaalcijfer op dagbasis buiten 's Rijks schatkist aangehouden middelen

Kwartaal 1

Kwartaal 2

Kwartaal 3

Kwartaal 4

(5a)

Som van de per dag buiten 's Rijks schatkist aangehouden middelen (negatieve bedragen tellen als nihil)

28.108

37.963

42.550

32.985

(5b)

Dagen in het kwartaal

90

91

92

92

(2) - (5a) / (5b)

Kwartaalcijfer op dagbasis buiten 's Rijks schatkist aangehouden middelen

312

417

463

359

De exploitatieovereenkomsten ad. € 847.000 betreft het ABC-terrein. In 2023 zijn de exploitatie-overeenkomsten Triangel Vahstal en Heuning-Oost afgesloten.

Voor de overige vorderingen van € 2.198.000 (vorig jaar € 2.115.000) is een voorziening in verband met het risico van oninbaarheid gevormd. Dit is een bedrag van € 556.000 (vorig jaar € 677.000). De overige vorderingen betreffen debiteuren algemeen € 1.397.000 (vorig jaar € 1,0 miljoen) en debiteuren werk en inkomen € 801.000 (vorig jaar € 1,1 miljoen).

In onderstaande tabel zijn de stand en het verloop van de verschillende voorzieningen voor niet te innen debiteuren opgenomen.  

Liquide middelen

De post liquide middelen wordt onderscheiden in:

Boekwaarde per
31-12-2023

Boekwaarde per 31-12-2022

Kasgelden

1

1

Banktegoeden

877

138

Totaal

878

139

Onder de banktegoeden zijn de saldi opgenomen die aangehouden worden bij het Stimuleringsfonds Volkshuisvesting (Svn). Dit lichtten we al toe bij de toelichting op de financiële vaste activa. Op deze plek volstaat de melding dat het totale saldo van het gemeentelijk aandeel in het fonds van de Startersleningen € 115.987 bedraagt per 31 december 2023. Voor de duurzaamheidsleningen is dit € 49.568 en voor Toekomst bestendig wonen is dit een bedrag van € 305.305.

Overlopende activa

Onder deze activa worden nog te ontvangen bedragen en de vooruitbetaalde bedragen die ten laste komen van volgende begrotingsjaren opgenomen.

De post overlopende activa wordt onderscheiden in:

Gespecificeerd:

Boekwaarde per 31-12-2023

Boekwaarde per 31-12-2022

Vooruitbetaalde bedragen

451

390

Nog te ontvangen van het Rijk

2.044

2.213

Nog te ontvangen van Provincie

63

96

Nog te ontvangen van het Rijk, overig

0

196

Nog te ontvangen bedragen overig

602

419

Overige overlopende activa

2

1

Totaal

3.162

3.315

Nog te ontvangen middelen van het Rijk
De in de balans opgenomen van Europese en Nederlandse overheidslichamen nog te ontvangen voorschotbedragen die ontstaan door voorfinanciering op uitkeringen met een specifiek bestedingsdoel, kunnen als volgt gespecificeerd worden:

Saldo
31-12-2022

Toevoeging

Ontvangen bedragen

Saldo
31-12-2023

RIJK

Opvang Oekrainers

2.165

1.814

2.165

1.814

De post vooruitbetaalde bedragen bestaat voornamelijk uit betalingen die betrekking hebben op de exploitatie van 2024. Hiervoor zijn einde boekjaar 2023 al facturen ontvangen en betaalbaar gesteld.

Onder de nog te ontvangen bedragen van het Rijk zijn onder andere vorderingen opgenomen op het Ministerie inzake Opvang Oekraïners van € 1.814.000. Ook ontvangen we nog een uitkering in het kader van bommen- en granatenregeling van € 199.000.

De vordering op de Provincie heeft betrekking op de subsidie Verenfonds jaar 2023 voor een bedrag van € 63.000.

Onder overige nog te ontvangen bedragen zijn onder andere vorderingen opgenomen voor nog op te leggen aanslagen forensen- en verblijfsbelasting jaar 2023 van respectievelijk € 5.000 en € 80.000. Ook voor begrafenisrechten 2023 is € 13.500 opgenomen en voor overeenkomsten voor initiatieven van derden een bedrag van € 172.000. Daarnaast zijn er vorderingen op energieleveranciers in verband met jaarafrekeningen van € 96.000.  Aan subsidie is € 225.000 te vorderen (o.a. Energieloket € 187.000 en Regiodeal € 19.000).

Deze pagina is gebouwd op 06/04/2024 13:58:36 met de export van 06/04/2024 13:52:02