Paragrafen

Paragraaf 7 Bedrijfsvoering

Personeelslasten

Hieronder treft u de totale personeelslasten over 2023 aan, als onderdeel van het taakveld overhead, die feitelijk bestaan uit vier onderdelen:

A. personeelslasten (burger)raadsleden, college, griffie, voormalig wethouders en nabestaanden,
B. personeelslasten ambtelijke organisatie (inclusief inhuur derden),
C. overige personeelslasten,
D. voorziening verlofsparen,
E. overige kleine verschillen.

In onderstaande tabel worden per onderdeel de onder- en/of overschrijdingen vermeld. Per onderdeel treft u vervolgens meer informatie aan inclusief een (eventuele) toelichting.

Personeelslasten 2023

A. Personeelslasten raadsleden, college, griffie, enz.

-65.000

B. Personeelslasten ambtelijke organisatie (inclusief inhuur derden)

-503.000

C. Overige personeelslasten

9.000

D. Voorziening verlofsparen

175.000

E. Overige kleine verschillen

-46.000

Verschil (onderschrijding)

-430.000

A.      Personeelslasten (burger)raadsleden, college, griffie en pensioen voormalig wethouders en nabestaanden

In de begroting 2023 is voor deze onderdelen een bedrag opgenomen van € 1.164.000. De werkelijke personeelslasten in 2023 zijn € 1.099.000. In dit jaar is er per saldo een onderschrijding te melden van in totaal € 65.000. De bijstelling van de raming van personeelslasten na verschillende indexeringen is iets te hoog uitgevallen. Vooralsnog is er sprake van een incidenteel voordeel. Mocht bij de actualisatie van alle personeelslasten voor de 1e bestuursrapportage 2024 blijken dat er (deels) sprake is van een structureel effect dan zullen wij dat uiteraard melden.

Personeelslasten (burger)raadsleden, college, griffie en pensioen voormalig wethouders en nabestaanden

Begroting

1.164.000

Werkelijk

1.099.000

Verschil (onderschrijding)

65.000

B.      Personeelslasten ambtelijke organisatie (inclusief inhuur derden)

In de begroting 2023 is een bedrag opgenomen van € 13,92 miljoen. De werkelijke personeelslasten zijn € 11,12 miljoen. Dit houdt in dat er een voordeel van € 2,8 miljoen is ontstaan. Dit gaat om niet ingevulde vacatures binnen de organisatie. De formatie (incl. vacatures) op 31 december 2023 bedroeg 167,6 fte.

Personeelslasten ambtelijke organisatie 2023

Begroting

13.915.000

Werkelijk

11.121.000

Verschil (onderschrijding = vrijval vacaturegelden)

2.794.000

Bij het invullen van vacatures wegen we af hoe we dit doen: het in dienst nemen van de medewerker (tijdelijk of vast), inhuren of inhuren op basis van detachering. Zo ontstaat een vaste kern (medewerkers in dienst) en een flexibele schil (inhuur en detachering). De vrijval van vacaturegelden worden ingezet voor de inhuur van derden.

Inhuur derden
Het budget inhuur derden wordt gevormd door twee onderdelen. Enerzijds de budgetten voor inhuur, die in de begroting 2023 (na wijziging) zijn opgenomen. Anderzijds wordt de onderschrijding ingezet, die is ontstaan binnen de personeelslasten van de ambtelijke organisatie (zie onderdeel B). Dit gaat over de beschikbare loonsom van openstaande vacatures, de vrijval van vacaturegelden. Dit betekent dat er een totaalbedrag van € 4,41 miljoen beschikbaar was voor de inhuur van derden in 2023.

Budget inhuur derden 2023

Begroting

1.613.000

Vrijval vacaturegelden

2.794.000

Totaal budget inhuur derden

4.407.000

Uitgaven inhuur derden
In totaal is er een bedrag van € 3.904.000 besteed aan inhuur van derden in 2023. Dit is inclusief de vervanging van personeel bij ziekte. In 2023 is hierdoor een onderschrijding ontstaan van € 503.000.

Uitgaven inhuur derden 2023

Budget inhuur derden

4.407.000

Uitgaven inhuur derden

3.904.000

Verschil (onderschrijding)

503.000

Kanttekening inhuur derden
Van de onderschrijding op inhuur van derden heeft € 299.000 betrekking op een lagere terugverdiencapaciteit op initiatieven van derden, € 56.000 op de terugverdiencapaciteit van grondexploitaties en € 50.000 heeft betrekking op overige zaken zoals uren die toegerekend zijn aan investeringsbudgetten (MFC+, de Randweg Opheusden, rondweg Ochten, centrumplan Ochten, IHP en de Dijkverzwaring). Het voordeel van een lagere terugverdiencapaciteit ziet u hier en het nadeel van een lagere terugverdiencapaciteit ziet u terug op programma 3 Fysieke leefomgeving.

Vanwege de dynamiek in het aantal nieuwe ruimtelijke initiatieven en de lopende projecten door het jaar heen is pas eind van het jaar een goed beeld af te geven van de daadwerkelijke bestedingen ten opzichte van de begroting.

Het restant (€ 98.000) van de onderschrijding op inhuur van derden heeft betrekking op organisatiebrede verplichtingen die in werkelijkheid lager zijn uitgevallen.

C.      Overige personeelslasten

In de begroting 2023 is een bedrag van € 687.000 opgenomen voor overige personeelslasten. Dit betreft o.a. reiskosten woon-werkverkeer van het personeel, juridische advisering, secundaire arbeidsvoorwaarden, jubilea, verzekeringen, ARBO, ontvangsten van derden, enzovoort. De werkelijke overige personeelslasten in 2023 zijn € 696.000. In 2023 is hierdoor een overschrijding ontstaan van € 9.000. Dit behoeft geen verdere toelichting.

Overige personeelslasten 2023

Begroting

687.000

Werkelijk

696.000

Verschil (overschrijding)

9.000

D.      Voorziening verlofsparen
Sinds 1 januari 2022 kunnen medewerkers bovenwettelijke vakantie-uren sparen. Hiermee kunnen medewerkers passend bij hun levensfase hun bovenwettelijke-uren inzetten op een manier die aansluit bij hun persoonlijke levens- en carrièreplanning en het gemeentelijke vitaliteitsbeleid. Bovenwettelijke vakantie-uren die worden gebruikt voor verlofsparen, verjaren niet.

Conform de regels van het besluit, begroting en verantwoording (BBV) moet er voor arbeidskostengerelateerde verplichtingen van niet gelijke omvang een voorziening worden gevormd. Op peildatum 31 december 2023 gaat het in totaal om ruim 3.900 uur wat een waarde vertegenwoordigd van € 175.000 (inclusief IKB en werkgeverslasten). Deze dotatie in de voorziening verlofsparen betekent een incidenteel nadeel van € 175.000 in 2023.

Voorziening verlofsparen 2023

Stand voorziening 1-1

0

Dotatie 31-12

175.000

Stand voorziening 31-12

175.000

E.      Overige kleine verschillen

Binnen het taakveld Overhead (onderdeel personeelslasten) is per saldo een voordeel ontstaan van € 46.000. Dit behoeft geen verdere toelichting.

Overige kleine verschillen 2023

Begroting

243.000

Werkelijk

197.000

Verschil (onderschrijding)

46.000

Ziekteverzuim

Het gemiddeld verzuimpercentage in 2023 bedroeg 6,6% en is vergelijkbaar met het verzuim in 2022 (6,3%). In vergelijking met landelijke verzuimcijfer in 2023 (4,7%) is het verzuim binnen onze organisatie relatief hoog. Een vergelijking met het gemiddeld verzuim binnen de sector gemeenten is vanwege het nog ontbreken van die informatie momenteel niet mogelijk.

Voorziening wethouderspensioenen

De stand van de voorziening wethouderspensioenen per 01.01.2023 was € 154.271. In 2023 is er een bedrag van € 166.665 gestort in de voorziening wethouderspensioenen. In 2023 hebben twee wethouders een maandelijkse pensioenuitkering ontvangen ten laste van deze voorziening, in totaal was dit een bedrag van € 20.236. Per saldo betekent dit dat de stand van de voorziening wethouderspensioenen per 31.12.2023 € 300.701 bedraagt.

Stand voorziening wethouderspensioenen 2023

Stand voorziening 1-1

154.271

Storting ontvangen kapitaal A.S.R.

166.665

Uitbetaalde pensioenuitkeringen

-20.235

Stand voorziening 31-12

300.701

 
Op basis van de informatie die van A.S.R. is ontvangen is de garantiewaarde van het kapitaal wat bij hen is ondergebracht per 31.12.2023 een bedrag van € 3.436.671. Per saldo betekent dit dat de gemeente Neder-Betuwe een bedrag van € 3.737.371 beschikbaar heeft voor de (toekomstige) verplichtingen van de wethouderspensioenen.

Van Visma Idella, de huidige uitvoerder voor de APPA pensioenen, hebben we per deelnemer een berekening ontvangen wat er per 31.12.2023 moet worden gereserveerd om aan de (toekomstige) pensioenverplichtingen te kunnen voldoen. In totaal is dit een bedrag van € 3.025.867. Per saldo is er een overschot (voordeel) ontstaan van € 711.504.

Op het kapitaal bij A.S.R. is een rendementsgarantie van 3% van toepassing. Het uitkeren van een deel van het kapitaal is alleen mogelijk wanneer een wethouder daadwerkelijk met pensioen gaat. Het is dan ook niet mogelijk om het overschot uit te laten keren. Het is slechts mogelijk om het volledige kapitaal wat bij A.S.R. is opgebouwd uit te laten keren waarmee de regeling bij A.S.R. komt te vervallen. Mede op basis van een advies door een externe partij is in het recente verleden voor A.S.R. gekozen vanwege de zeer gunstige voorwaarden van deze regeling. Om die reden wordt het volledige kapitaal vooralsnog bij A.S.R. aangehouden.

De beschikbare middelen in de voorziening blijven ook in stand voor verdere uitbetalingen van de huidige lopende pensioenuitkeringen.

Deze pagina is gebouwd op 06/04/2024 13:58:36 met de export van 06/04/2024 13:52:02