De gemeentelijke regelgeving over de financieringsfunctie is gebonden aan algemeen geldende wettelijke kaders, waaronder de Gemeentewet, het Besluit begroting en verantwoording Provincies en Gemeenten (BBV), de Wet Financiering Decentrale Overheden (FIDO), de ministeriële regeling Uitzettingen en Derivaten Decentrale Overheden (RUDDO) en het Treasurystatuut.
Als gevolg van artikel 212 van de Gemeentewet is de gemeente verplicht een financiële verordening te hebben. Tevens dient de gemeente op grond van artikel 186 van de Gemeentewet een paragraaf financiering op te nemen bij een begroting en bij het jaarverslag. In de financiële verordening worden de kaders van het beleid vastgelegd.