Programma 5 Wmo, jeugdzorg en participatiewet

Wat heeft het gekost?

Programma: 5 WMO, Jeugdzorg en Participatie

Begroting 2023

Rekening

Verschil

Bedragen x € 1.000,-

Voor wijziging

Na wijziging

2023

Begr. na wijz. / Rekening

Lasten

24.210

28.582

29.431

849

Baten

-4.713

-9.233

-9.395

-162

Exploitatieresultaat

19.496

19.350

20.037

687

+= nadeel - = voordeel

Analyse van het verschil tussen begroting na wijziging en rekening
(verschillen groter dan € 50.000 en afgerond op € 1.000)

Taakveld 6.1 Samenkracht en burgerparticipatie (incidenteel nadeel € 12.000)

Opvang Oekraïense vluchtelingen (incidenteel nadeel € 104.000)
In de eerste bestuursrapportage is een schatting gemaakt van de baten en de lasten van de opvang van Oekraïense vluchtelingen. Uit die schatting bleek een overschot, dat is ten bate van de algemene middelen is gekomen. Nu de werkelijke baten en lasten bekend zijn blijkt dat de schatting van de baten redelijk accuraat was, maar dat de lasten iets hoger zijn geweest dan we geschat hebben. Een en ander leidt tot een overschrijding van het (naar aanleiding van de bestuursrapportage beschikbaar gestelde) budget.

Onderbesteding doeleinde ondersteuning mantelzorgers (incidenteel voordeel € 19.000)
In 2023 zijn de lasten voor ondersteuning van mantelzorgers lager uitgevallen dan begroot. In de tweede bestuursrapportage van 2023 is dit al gesignaleerd en hierop voorgesorteerd door een bedrag van €50.000 vrij te laten vallen ten gunste van de financiële positie. Met de kennis van nu was dit te weinig en resteert nog steeds een voordeel op deze kostenplaats voor dit doeleinde.

GGD JGZ (incidenteel voordeel € 26.000)
In 2023 is een voordeel ontstaan op de kostenplaats waar de JGZ en GGD van betaald werd door een terugbetaling van niet geleverde uren en de gedeeltelijke bekostiging van JGZ vanuit OAB-middelen.

Onderbesteding decentralisatie uitkering versterking sociale basis (incidenteel voordeel € 17.000) Via de decentralisatie-uitkering versterken sociale basis konden gemeenten (extra) inzetten op het versterken van de sociale basis. Deze decentralisatie-uitkering is helemaal onbesteed gebleven, mede vanwege de al gelabelde middelen voor versterking sociale basis voortvloeiend uit de SPUK GALA. Dit heeft geleid tot een incidenteel voordeel op het budget bevordering ouderenwerk.

Naast de bovengenoemde oorzaken is er een aantal kleine verschillen op een aantal budgetten binnen dit taakveld met een incidenteel voordeel van samen € 54.000. Hierbij is geen toelichting nodig.

Taakveld 6.2 Toegang en eerstelijnsvoorzieningen (incidenteel voordeel € 55.000)

Preventief Budget 3D (incidenteel voordeel € 76.000)
In 2023 konden zeven extra gezinnen steun krijgen van andere gezinnen die steun bieden via de organisatie Buurtgezinnen. Dit leidde tot € 24.000 kosten naast een aantal overige kleine nadelen binnen deze kostenplaats.

Gemeenten hebben in 2023 voor het eerst middelen ontvangen vanuit het Rijk voor de uitvoering van het Integraal Zorgakkoord (IZA). Omdat de middelen pas in het laatste kwartaal uitgekeerd zijn door het Rijk, heeft centrumgemeente Tiel deze middelen aan de individuele gemeenten ter beschikking gesteld. Hiermee hebben wij eenmalig de jaarlijkse kosten voor de POH Jeugd bij de huisartsen à € 100.000 kunnen dekken. Doordat we gebruik konden maken van de IZA-middelen, hebben we een overschrijding van het Preventief Budget 3D kunnen voorkomen.

Vertraging regionale inkoop Wmo en Jeugd (incidenteel nadeel € 23.000)
Voor de regionale inkoop van ondersteuning op grond van de Wmo en de Jeugdwet, is in 2021 budget ter beschikking gesteld voor de jaren 2021, 2022 en 2023. In 2022 heeft de aanbestedingsprocedure vertraging opgelopen vanwege een ingediende klacht door twee zorgaanbieders. Daardoor liep het inkooptraject in 2023 langer door dan gepland en zijn de totale kosten gestegen.

Naast de bovengenoemde oorzaken is op een aantal budgetten binnen dit taakveld een klein verschil ontstaan, samen met een incidenteel voordeel van € 2.000 waarbij geen toelichting nodig is.

Taakveld 6.3 Inkomensregelingen (incidenteel nadeel €379.000)

Energietoeslag (incidenteel nadeel € 514.000)
Tot en met 31 december 2023 heeft de gemeente € 881.400 aan Energietoeslag 2023 uitgekeerd. De rijksbijdrage is in twee fasen uitgekeerd, waardoor in 2023 slechts € 367.711 beschikbaar was in de begroting. Daardoor ontstaat er een incidenteel tekort van € 513.689. Het tekort voor de Energietoeslag 2023 wordt volledig gedekt door het overschot binnen het programma AD taakveld 0.7 Algemene Uitkering. Dit bedrag is afkomstig uit de in de Decembercirculaire 2023 ontvangen middelen van € 1.068.271. Omdat de wetswijziging die nodig was voor verstrekking van de Energietoeslag 2023 pas laat tot stand kwam, kunnen inwoners nog tot en met juni 2024 de toeslag aanvragen. Om die reden verzoeken wij u om een bedrag van € 230.000 te bestemmen voor de nog te verstrekken Energietoeslag 2023 in het jaar 2024.

Bijzondere bijstand (incidenteel voordeel € 163.000)
In februari 2023 heeft de raad de doelgroep voor Bijzondere bijstand verruimd en daarvoor structureel middelen ter beschikking gesteld. Aangezien de nieuwe doelgroep met een inkomen tussen de 110 procent en 120 procent van de bijstandsnorm nog onbekend was bij de gemeente, werd in de raming uitgegaan van een vergelijkbare aanspraak op bijzondere bijstand als in de doelgroep zoals tot dan bekend was. Dit bleek alleen in de praktijk anders te zijn. Er is niet meer Bijzondere bijstand verstrekt dan in 2022. Dit lijkt met name veroorzaakt te zijn door het lagere aantal gehuisveste statushouders in 2023 ten opzichte van 2022. Ook kende het Rijk extra middelen toe in verband met de koopkrachtcrisis. Daardoor ontstaat een overschot van € 162.753 dat we vooralsnog als incidenteel aanmerken. We monitoren de uitgaven bijzondere bijstand via de P&C cyclus. Dit kan er toe leiden dat we in een latere fase dit incidentele overschot (deels) als structureel aanmerken.

Inkomensvoorziening (incidenteel nadeel € 116.000)
In 2023 is het aantal bijstandsuitkeringen toegenomen. Daardoor is uiteindelijk € 422.506 meer aan uitkeringen uitgekeerd dan begroot. Daar stond wel een hogere rijksbijdrage tegenover. Deze hogere rijksbijdrage was alleen niet genoeg om alle uitvoeringskosten te betalen. Per saldo blijft een incidenteel nadeel van € 116.113 over.

Bijstandsverlening (Bbz) (incidenteel voordeel € 44.000)
In onze begroting werd rekening gehouden met het uitgeven van bedrijfskredieten op grond van de Bbz en de daarvoor te maken onderzoekskosten. Er zijn alleen geen kredieten verstrekt en geen onderzoekskosten gemaakt in 2023. Doordat er oudere kredieten zijn afgelost werd er wel een baat gerealiseerd van € 28.224. Per saldo ontstaat er een incidenteel voordeel van € 44.252 ten opzichte van de begroting.

Budgetbeigeleid/schuldhulpverlening (incidenteel voordeel € 38.000)
Het incidentele voordeel op deze kostenplaats ontstaat grotendeels doordat het Rijk financiële compensatie biedt voor eventuele uitvoeringskosten en werkelijke kosten voor de Hersteloperatie kinderopvangtoeslagaffaire (UHT).


Naast de bovengenoemde oorzaken is er op een aantal budgetten binnen dit taakveld een klein verschil ontstaan, samen met een incidenteel voordeel van € 6.000. Hierbij is geen toelichting nodig.

Taakveld 6.5 Arbeidsparticipatie (incidenteel voordeel € 241.000)

Re-integratie- en participatievoorzieningen (incidenteel voordeel € 194.820)
In 2023 is een incidenteel voordeel ontstaan bij de re-integratiemiddelen vanuit de Participatiewet. De gemeente Buren voert deze taak uit voor onze gemeente en koopt met dit doel re-integratietrajecten in. Dit jaar is gebruikgemaakt van de mogelijkheid om met terugwerkende kracht (van 2018 tot en met 2022) BTW-teruggaaf aan te vragen voor de afgedragen BTW bij de inkoop van deze trajecten. De informatie die nodig was om dit verzoek te onderbouwen hebben we in 2023 ontvangen. Daarnaast is € 88.201 van de gereserveerde middelen voor re-integratie en medische onderzoeken in 2023 onbenut  gebleven.

Inburgering (incidenteel voordeel € 46.365)
In 2022 vond een stelselwijziging plaats op het gebied van Inburgering. Na het eerste moeizame uitvoeringsjaar is de situatie in 2023 tot stilstand gekomen. Het wordt steeds duidelijker wat de uitvoering, door GR Regio Rivierenland, kost. Hiervoor ontvangt de gemeente een (ongeoormerkte) bijdrage via de Algemene Uitkering. Naar aanleiding van de asielcrisis en nieuwe inzichten heeft het Rijk de rijksbijdrage aangepast. Doordat er in 2022 in onze gemeente een voorsprong op de huisvestingstaakstelling werd opgebouwd, is het aantal statushouders dat in 2023 werd gehuisvest lager. Daardoor is een incidenteel voordeel van € 46.365 ontstaan. Voor het aanbieden van de inburgeringsvoorzieningen zelf ontvangt de gemeente een bijdrage via twee specifieke uitkeringen. We reserveren de restantmiddelen uit deze specifieke uitkeringen voor besteding in de komende jaren, omdat deze trajecten gemiddeld drie jaar duren. Er geldt een terugbetalingsverplichting voor zover we de middelen niet aan dit doel besteden.

Taakveld 6.6 Maatwerkvoorziening (Wmo) (incidenteel nadeel €179.000)

Wmo 2015 – voorzieningen (incidenteel nadeel € 199.304)
Onder deze kostenplaats vallen de uitgaven voor vervoersvoorzieningen, woningaanpassingen en rolstoelvoorzieningen in het kader van de Wet maatschappelijke ondersteuning. De kosten voor de verstrekking van deze voorzieningen vallen hoger uit dan begroot. Er zijn meer voorzieningen verstrekt, de kosten per voorziening zijn gestegen en er is een aantal dure woningaanpassingen toegekend. Door het open einde karakter van deze wettelijke regeling is het nodig om deze voorzieningen te blijven verstrekken aan hen die hier volgens de regels aanspraak op kunnen maken. Ook als dit betekent dat we het budget wat begroot is hiermee overschrijden.

Naast de bovengenoemde oorzaken is er op een aantal budgetten binnen dit taakveld een klein verschil ontstaan, samen met een incidenteel voordeel van € 20.260. Hierbij is geen toelichting nodig.

Taakveld 6.71A Hulp bij huishouden (WMO)(incidenteel voordeel € 92.000)

Hulp bij het huishouden (Wmo) (incidenteel voordeel € 92.217)
Aanvragen binnen de Wmo, waaronder de aanvragen voor huishoudelijke ondersteuning veranderen regelmatig. De kosten voor 2023 zijn begroot op € 1.869.081. We zien een onderbesteding van € 92.217. Landelijk zien we dat er steeds meer aanspraak wordt gemaakt op huishoudelijk ondersteuning door de (dubbele) vergrijzing en doordat mensen langer thuis wonen.

Ook zien we dat de tarieven voor huishoudelijke ondersteuning door hoge indexering flink omhoog zijn gegaan. De onderbesteding wordt aangemerkt als incidenteel omdat deze ruimte nodig zal zijn om de stijgende kosten op te vangen.

Taakvelden 6.72A t/m 6.74C Jeugdhulp: Algemene toelichting
De afgelopen paar jaar hebben we binnen het brede beleidsveld van jeugdhulpverlening te maken gehad met een onderbesteding van het budget. Het jaar 2023 laat een ander beeld zien. Landelijk zien we wel al langer dat de kosten voor jeugdhulp (sterk) stijgen. Dit effect lijkt nu ook in Neder-Betuwe zichtbaar. De kostenontwikkelingen binnen het sociaal domein, en zeker ook de jeugdhulp, zijn moeilijk te duiden. Dit zit enerzijds in de aard van de materie, maar heeft anderzijds te maken met de genoemde (opgelegde) wijzigingen in taakveldindeling. Ook het ontbreken van mogelijkheden tot het maken van goede historische vergelijkingen en de gevolgen van de nieuwe inkoop in 2023  maken het lastig om de kostenontwikkelingen te duiden. Het afgelopen jaar hebben we hard gewerkt aan de realisatie van een lokaal monitoringsinstrument die goed matcht met de gewenste informatiebehoefte. Dit traject is nog in volle gang en kan op dit moment nog niet worden ingezet om ten behoeve van de duiding en onderbouwing van deze budgetafwijkingen. Waar nadere analyse van deze budgetafwijkingen gewenst is, ontbreken dus nog de instrumenten en informatie om dit op dit moment goed te kunnen doen. Om die reden merken we deze budgetafwijkingen vooralsnog aan als incidenteel. Via de P&C-cyclus blijven we de budgetten volgen en stellen we waar nodig bij. Dit kan op een later moment leiden tot een structurele bijstelling van budgetten. Bij de bijstelling van budgetten houden we rekening met de Hervormingsagenda en daarin opgenomen bezuinigingen vanuit het Rijk.

Tot en met 2022 was er één kostenplaats voor alle vormen van jeugdhulp, namelijk de kostenplaats Jeugd, Zorg In Natura (ZIN). Van het Rijk hebben we de opdracht gekregen om deze kostenplaats met ingang van 2023 over meerdere kostenplaatsen en taakvelden te verdelen. Dit heeft 12 nieuwe taakvelden voor jeugdhulp opgeleverd. We verantwoorden in 2023 daarom niet het hele jeugdhulpbudget, maar de verschillende taakvelden. Daarbij is ervoor gekozen om aangrenzende taakvelden samen te nemen. Voor het totale jeugdbudget (alle 12 taakvelden) is er in 2023 sprake van een incidenteel nadeel van € 635.000. Dit nadeel schrijven we grotendeels toe aan het feit dat de Jeugdwet een open einde regeling is. Dit houdt in dat we voorzieningen die onder deze wet vallen moeten verstrekken aan hen die hier volgens de regels recht op hebben.

Hieronder worden de budgetafwijkingen op de verschillende taakvelden Jeugdhulp nader toegelicht.

Taakveld 6.72A Jeugdhulp begeleiding (incidenteel nadeel €99.000)
Taakveld 6.72B Jeugdhulp behandeling (incidenteel nadeel € 208.000)
Taakveld 6.72C Jeugdhulp dagbesteding (incidenteel voordeel € 42.000)
Taakveld 6.72D Jeugdhulp zonder verblijf overige (incidenteel voordeel € 204.000)

Onder bovenstaande taakvelden vallen ambulante jeugdhulpvoorzieningen, zoals begeleiding en behandeling. Wat opvalt zijn de grote verschillen in het financiële effect tussen de kostenplaatsen die onder dit taakveld vallen. Bij de nieuwe taakveldindeling is het jeugdbudget op basis van een schatting van de uitgaven van voorgaande jaren verdeeld over de nieuwe taakvelden. De grote verschillen in het financiële effect zouden het resultaat kunnen zijn van deze nieuwe indeling, waarbij een inschattingsfout kan zijn gemaakt bij het verdelen van het totale budget over deze nieuwe taakvelden. Het zou ook kunnen dat we in 2023 daadwerkelijk een stijging hebben gezien in het gebruik van de producten begeleiding en behandeling en een daling in het gebruik van de producten die vallen onder jeugdhulp zonder verblijf. Dit is lastig te achterhalen. In verband met de gewijzigde taakveldindeling, een wijziging van een aantal productcodes en nog te realiseren monitoringsinstrument, is het niet mogelijk om data van 2023 één op één te vergelijken met data van eerdere jaren.

Op taakveld 6.72C Jeugdhulp dagbesteding is een incidenteel voordeel van € 40.515 ontstaan. Hierbij is geen toelichting nodig.

Taakveld 6.73A Pleegzorg (incidenteel nadeel € 45.000)
Taakveld 6.73B Gezinsgericht (incidenteel voordeel € 62.000)
Taakveld 6.73C Jeugdhulp met verblijf overige (incidenteel nadeel 57.000)

Onder dit taakveld vallen pleegzorg, gezinshuiszorg en andere vormen van jeugdhulp met verblijf. Wat opvalt zijn de grote verschillen in het financiële effect tussen de kostenplaatsen die onder dit taakveld vallen. Bij de nieuwe taakveldindeling is het jeugdbudget op basis van een schatting van de uitgaven van voorgaande jaren verdeeld over de nieuwe taakvelden. De grote verschillen in het financiële effect kunnen het resultaat zijn van deze nieuwe indeling, waarbij een inschattingsfout kan zijn gemaakt bij het verdelen van het totale budget over deze nieuwe taakvelden. Het zou ook kunnen dat we in 2023 daadwerkelijk een stijging hebben gezien in het gebruik van de producten begeleiding en behandeling en een daling in het gebruik van de producten die vallen onder jeugdhulp zonder verblijf. Bovengenoemde factoren als de gewijzigde taakveldindeling, een wijziging van een aantal productcodes en nog te realiseren monitoringsinstrument, maken het niet mogelijk om data van 2023 één op één te vergelijken met data van eerdere jaren en nader te duiden.

Op taakveld 6.73A Pleegzorg is een incidenteel nadeel van € 45.115 ontstaan. Hierbij is geen toelichting nodig.

Taakveld 6.74A Jeugdbegeleiding GGZ zonder verblijf (incidenteel nadeel 312.000)
Taakveld 6.74B Jeugdhulp crisis/LTA/GGZ verblijf (incidenteel nadeel € 49.000)
Taakveld 6.74C Gesloten plaatsing (incidenteel nadeel 208.000)

Op bovenstaande taakvelden is sprake van een incidenteel nadeel van € 569.000. Als we kijken naar de producten binnen deze taakvelden, kunnen we dit grofweg in twee productcategorieën verdelen, namelijk jeugdhulp zonder verblijf en jeugdhulp met verblijf.

Wat duidelijk naar voren komt, is een kostenstijging op het gebied van de behandeling van dyslexie. Daar is sprake van een kostenstijging van € 99.655 ten opzichte van 2022. De verklaring hiervoor is enerzijds een toename in het aantal cliënten dat in 2023 deze begeleiding heeft ontvangen en anderzijds een kleine stijging van de prijs van dit product.   

Onder jeugdhulp met verblijf vallen specialistische jeugdzorgproducten. De producten die binnen deze kostenplaats vallen zijn zeer kostbaar. Dit maakt dat kleine schommelingen in het aantal jeugdigen dat gebruik maakt van deze producten al een groot effect hebben op de totale jaarlijkse uitgaven. Het nadeel op deze kostenplaats is voor een groot deel te verklaren door een kleine toename in het aantal cliënten die in 2023 dure specialistische zorg hebben ontvangen.

Voor het resterende nadeel op de taakvelden lijkt de verklaring te liggen in de som van vele kleine nadelen op een groot aantal producten binnen deze taakvelden.  

Op taakveld 6.74B Jeugdhulp crisis/LTA/GGZ verblijf is een incidenteel nadeel van € 48.865 ontstaan. Hierbij is geen toelichting nodig.

Taakveld 6.81A Beschermd wonen Wmo (incidenteel voordeel € 83.000)

Beschermd wonen (Wmo) (incidenteel voordeel € 83.000)
Op het taakveld Beschermd Wonen (Wmo) is sprake van een incidenteel voordeel van € 83.000.
Dit voordeel is veroorzaakt door enerzijds een niet volledig bestede overheveling vanuit 2022 en anderzijds door een hogere bijdrage vanuit de centrumgemeente Nijmegen. Met de overheveling uit 2022 is een financieel risico voor door de centrumgemeente te maken kosten in 2023 afgedekt. Dit risico heeft zich niet voorgedaan, waardoor de middelen in 2023 niet ingezet zijn. De hogere bijdrage vanuit de centrumgemeente is het gevolg van een gewijzigde manier van verdeling van budget gedurende 2023. Hierbij is het regionale budget in zijn geheel over de regiogemeenten verdeeld (in plaats van deels op basis van projectvoorstellen). Deze twee ontwikkelingen leiden tot een incidenteel voordeel.

Taakveld 7.1 Volksgezondheid (incidenteel voordeel € 97.000)

IZA-budget (budgettair neutraal)
In 2023 hebben gemeenten voor het eerst middelen ontvangen vanuit het Rijk voor de uitvoering van het Integraal Zorgakkoord (IZA). Deze middelen voor onze gemeente zijn vanuit het Rijk uitgekeerd aan centrumgemeente Tiel. Omdat er in dit korte tijdsbestek geen gezamenlijke, regionale invulling kon worden gevonden voor de IZA-middelen, heeft de gemeente Tiel de middelen eenmalig ter beschikking gesteld aan de individuele gemeenten. Deze overboeking is na de tweede bestuursrapportage gedaan. In totaal is € 197.638 toegekend aan de gemeente Neder-Betuwe waarvan € 149.230 in 2023 is besteed. Het restant van € 48.408 is gereserveerd gaat op termijn terug naar het Rijk. Het gaat om een budgettair neutrale verwerking. Een nadere toelichting is te vinden in de jaarrekening onder de balans.

Subsidies (incidenteel voordeel € 56.000)
Door de bekostiging van verschillende subsidies aan partners vanuit IZA-middelen die gedekt zijn vanuit de begroting 2023, is een voordeel op subsidies ontstaan. Daarnaast is bij een subsidiepartner de jaarsubsidie 2022 lager vastgesteld waardoor er een bedrag is terugbetaald aan de gemeente in 2023.

Naast de bovengenoemde oorzaken is er een aantal kleine verschillen op een aantal budgetten samen met een incidenteel voordeel van € 41.000. Hierbij is geen toelichting nodig.

Overige taakvelden kleine verschillen (incidenteel nadeel € 15.000)
Hierbij is geen toelichting nodig.

Deze pagina is gebouwd op 06/04/2024 13:58:36 met de export van 06/04/2024 13:52:02